De Vlaamse strip is de laatste jaren aan een opmars bezig. Steeds meer eigenzinnige en talentvolle stripauteurs komen met hun werk naar buiten en werken hard om een publiek te veroveren in binnen- en buitenland.
Sinds 2003 kent het VFL elk jaar werkbeurzen toe aan stripauteurs. De laatste vijf jaar is het werkbeurzenbudget meer dan verdubbeld. Met een werkbeurs kunnen de auteurs tijd vrijkopen om aan hun stripprojecten te werken.
Dat werpt steeds meer vruchten af. Zo zagen het afgelopen jaar opgemerkte stripromans het licht van onder meer Maarten Vande Wiele (‘I love Paris'), Gerolf Van de Perre (‘Het graf van de keizer') en Simon Spruyt (het slotdeel van zijn tweeluik ‘De furox'). Ook Pieter De Poortere en Reinhart gooiden hoge ogen met hun respectieve humorstrips ‘Boerke 4'en ‘Hunker Bunker'.
De kwaliteit van de aanvraagdossiers voor werkbeurzen gaat elk jaar in stijgende lijn, aldus de stripcommissie van het VFL. Ze behandelde dit jaar 23 ontvankelijke aanvragen; 17 stripauteurs werden gehonoreerd met in totaal 64 eenheden van 2.400 euro.
De commissie kijkt onder meer uit naar binnenkort te verschijnen werk van Brecht Evens (‘Ergens waar je niet wil zijn'), Marc Legendre (‘Wachten op een eiland') en Judith Vanistendael (het vervolg op het opgemerkte ‘De maagd en de neger').
Ook het buitenland begint de nieuwe Vlaamse stripgeneratie stilaan te ontdekken. Onder impuls van het VFL was Vlaanderen gastland op het voorbije internationale stripfestival van Angoulême. De afgelopen maanden verschenen vertalingen van stripalbums van Pieter De Poortere, Judith Vanistendael, Randall C. en Willy Linthout.
Binnenkort komen daar ook albums bij van Olivier Schrauwen en Randall C. in het Italiaans en van Pieter De Poortere in het Hongaars. Het volgende album van het jonge talent Brecht Evens ten slotte is nog voor het verschenen is reeds verkocht aan de Franse uitgeverij Actes Sud.
